BODY & BRAINS
Wijn waarnemen doe je met je hele lijf.
Eerst proef je met je ogen, neus en mond. Probeer dat zo instinctief mogelijk te doen.
Zet dus je zintuigen aan dit ‘zware’ werk.
BODY: WIE DOET WAT?
- kleur structuur
- aroma’s intensiteit
- zoet, zuur, bitter intensiteit mondgevoel
Alles wat zij zien, ruiken en proeven, sturen ze naar je hersens.
Zo vorm je een persoonlijke wijndatabank.
Als de waarnemingen zijn opgeslagen, begint het denken, interpreteren
en concluderen.
De neus ‘ruikt’ op twee manieren:
- rechtstreeks, via je neusgaten van buiten naar binnen;
- vanuit je mond terug in de neus.
Mond: proeft en voelt.
Op je tong liggen de smaakpapillen voor zoet, zuur, zout en
bitter. Tong en mondholte hebben ook een tastzintuig. Hiermee voel je de structuur van de wijn.